Het inademen van ongezonde lucht is in Nederland de tweede veroorzaker van ziektes. Ongezonde lucht wordt veroorzaakt door de uitstoot van verkeer, industrie, landbouw en gebouwen. In steden is het verkeer voor ruim 50% verantwoordelijk voor luchtverontreiniging. Bij de verbranding van fossiele brandstoffen komen verontreinigende stoffen en gassen vrij zoals stikstofdioxide (NO2), fijnstof (PM10, PM2,5 en roet (EC)) maar ook benzeen en koolwaterstoffen. Het is effectief om maatregelen te nemen om te voorkomen dat deze stoffen en gassen in de lucht komen. Hierdoor verbetert de lucht, leven mensen langer en zijn ze minder vaak ziek. Ook biedt het ruimte om maatschappelijk gewenste ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken.
Overheden kunnen maatregelen nemen om de lokale uitstoot van verkeer te verminderen. Hiervoor zijn twee mogelijkheden:
- mensen verleiden om een ander vervoersmiddel dat minder uitstoot heeft te gaan rijden, of
- verbieden dat bepaalde voertuigen in een gebied mogen zijn
Beide maatregelen zijn in samenhang nodig om mensen gezondere lucht te laten inademen.